In de loop van de geschiedenis zijn er heel veel mensen bezig geweest om te kunnen vliegen.
Soms probeerden ze dit door hun eigen kracht, soms door gebruik te maken van de wind waarop ze konden zweven, of waarmee ze voorwerpen (bijvoorbeeld vliegers) in de lucht konden houden.
Op je werkblad zie je in de 1e kolom jaartallen, met daarachter in de 2e kolom plaatjes van voorwerpen of vliegtuigen.
In de laatste (3e) kolom de personen die daarmee te maken hadden.
De jaartallen in de 1e kolom staan goed.
De plaatjes in de 2e kolom en in de 3e kolom staan niet op de goede plaats.
Zet jij ze goed?
Gebruik behalve de informatie ook bijvoorbeeld Google-images en Wikipedia
Het is altijd weer een spannend gezicht als een vliegtuig de lucht in gaat.
Maar hoe kan dat eigenlijk?
Om dat beter te kunnen laten lukken, heeft de vleugel van een vliegtuig een speciale vorm.
De eerste vliegtuigen hadden een andere motor, dan de zware vliegtuigen van nu.
Als het vliegtuig eenmaal in de lucht is, is het wel handig als je het kunt besturen, dus bochten kan laten maken en weer laten dalen en landen.
IJzersterk moeten vliegtuigen zijn. Maar een vliegtuig van ijzer is veel te zwaar om op te kunnen stijgen.
Later werden deze materialen vervangen door staal. Lekker stevig!
Dit laatste materiaal is heel licht. Maar als het heel dun is, wordt het ook minder sterk.
Kleine vliegtuigjes worden niet van hetzelfde materiaal gemaakt als de grote Boeings.
Toch moet de romp van een klein vliegtuigje ook heel stevig zijn.
De eerste piloten van vliegtuigen waren vooral waaghalzen. Vaak waren het de bouwers van een vliegtuig, die het toestel zelf uittestten.
De besturing was heel vroeger nog niet echt heel moeilijk. Maar al snel werden de vliegtuigen groter, gingen hoger vliegen en namen passagiers mee.
Een piloot van een vliegtuig moest vanaf dat moment echt wel een hoop dingen kunnen.
Ook tegenwoordig is het echt niet zo makkelijk om piloot te worden.
Probeer antwoord te geven op de volgende vragen:
Natuurlijk mag je niet meteen ‘de lucht in’. Eerst moet je ‘even’ wat theorie leren.
Als je straaljagerpiloot wilt worden, moet je nog veel meer leren.
Straaljagerpiloten hebben ook een speciale kleding aan.
Als je als piloot wordt uitgezonden naar oorlogsgebieden, moet je natuurlijk een aantal dingen leren. In de Klokhuisaflevering worden een aantal belangrijke dingen genoemd.
Als je met een klein vliegtuig ergens naartoe wilt, kun je natuurlijk niet zomaar in je vliegtuig stappen en wegvliegen, al heb je je vliegbrevet.
Om met het vliegtuigje te kunnen vliegen heb je in de cockpit ook allerlei metertjes.
De 4 belangrijkste zitten vlak bij elkaar in de ‘Basic T’
(in de vorm van de letter T dus.)
Voordat je een stuk wilt gaan vliegen, moet je dus eerst een navigatieplan maken, waarop je route aangegeven staat.
Maar je moet nóg een plan maken.
Luchtverkeer wordt dus goed in de gaten gehouden. Maar niet alleen de vliegtuigen in de lucht worden in de gaten gehouden. In de luchtverkeerstoren op Schiphol werken een aantal mensen, die een beroep met een mooie Engelse naam hebben.
De internationale taal die op luchtverkeerstorens wordt gesproken is Engels.
In 1909 vloog Louis Bleriot in zijn eentje over Het Kanaal.
Dat was in die tijd een geweldige en gedurfde operatie.
Je vindt hier de bouwplaat aan van het vliegtuig dat hij gebruikte.
Print het uit op stevig papier en maak er (samen met de poppetjes) een leuk diorama van.
Als je alleen het vliegtuig wilt maken, kun je ook de kleine versie gebruiken.
De poppetjes passen bij de grote versie.
Veel succes!